Mijn jongste maar grootste zus schreef een nieuw boek dat ze onlangs met veel animo aan het publiek voorstelde. Mike, gewoon Mike. Maar zo gewoon is Mike niet. Net tien is hij, en hij staat er vaak alleen voor. Drukke mama, afwezige papa. Het huis hangt vol kattebelletjes: gekleurde post-its vol boodschappen. Zodat Mike niets zou vergeten. Maar als je net tien bent is het best wel moeilijk om overal zelf aan te denken. En als die vele briefjes blijven hangen en de boodschappen niet meer relevant zijn zorgt dat soms wel voor verwarring.
Om haar lezerspubliek te triggeren las Marijke hier en daar een fragment voor uit het boek. Abel zat op de voorste rij en hing aan haar lippen. Toen we thuiskwamen wilde hij dat ik verder las waar Marijke gestopt was. Dat wilde ik niet. We begonnen vooraan. Ik las een stuk voor, hij las zelf verder.
Wist je trouwens dat er niks zo heerlijk is als voorgelezen worden terwijl je in een bad vol schuim ronddobbert?
Het boek was bijna uit. Hij begon spaarzaam te lezen. Legde het boek opzij, om samen het einde te lezen. Hij vond het heerlijk. Begon een beetje later te bladeren doorheen het boek, op zoek naar de zwembroekscene. Las die opnieuw. Gniffelend in de zetel.