Kleine Tijger brengt cultuur naar zwaar zieke kinderen, onder de magische kapstok van de geneesKUNST. Als verhalendokter wandel ik elke donderdag door de gangen van het UZA en trek een karretje vol boeken en mijn kamishibai aan een touwtje als een hond op wieltjes achter me aan.
Hoe ga ik open als een boek... ik citeer een stuk uit het gedicht van Ted van Lieshout terwijl ik een klein boeklampje zachtjes openvouw. Jonge kinderen willen meteen zelf het boeklampje open en dichtdoen. Bij oudere kinderen knoop ik het moment aan om te weten te komen of ze graag lezen, van verhalen houden en of ik iets mag voorlezen voor hen. Soms lees ik enkel een gedicht, intuïtief gekozen, of een fragment en laat ik het boek achter, zodat ze zelf nog verder kunnen lezen. De gedichten en verhalen brengen niet enkel afleiding. Ze openen deuren, zorgen soms onverwacht voor herkenning door een woord, een beeld dat iets in hen wakker maakt. Soms volgt er een gesprek. Soms enkel een glimlach. Een dankbare blik.
Ik heb geen magische toverstok die genezing brengt. Al lijkt het soms wel alsof de verhalen de tijd even doet stilstaan, kinderen betovert en hen even doet vergeten waar ze zich bevinden...