“Ik heb al drie keer gevraagd of jullie voor mij een boterham met pindakaas willen smeren. En jullie luisteren niet. Nooit. Dat is zoals bij Maartje, die van de pannenkoeken en de neushoorn.”
De jongste speelt met de ridders. Ik hoor paarden hinniken en ridders strijden. Ik hoor ook gesprekken tussen de ridders. De ene ridder vraagt waarom een van de paarden steigert. Steigeren, een nieuw woord. Een woord dat via mooi boek zijn hoofd kwam binnengewandeld.
We praten over missen, over heimwee en afscheid nemen. We, dat zijn de kinderen van de KJV, groep 2. We hebben Tijs en de eenhoorn gelezen. En Erik en opa. We sluiten af met iets vrolijks: een eenhoorn tekenen, en andere dieren die we zelf uitvinden. Met pastelkrijt op zwart papier. De krijtjes liggen in het midden op de tafel.
Nog een kleine maand en de aftrap naar de jeugdboekenweek wordt gegeven. Dit jaar staat het thema HUMOR centraal.
“Ik heb alle kinderboeken in de bibliotheek in de Hoofdstraat gelezen, juf.”
“En, vond je ze leuk?”
Geluidenboekjes werken meestal op mijn zenuwen. Behalve die van Marion Billet: leeftijdscategorie van 1 tot 101.
Om de maaltijden wat avontuurlijker te maken, om het eten aantrekkelijker te maken, om de kinderen via de verbeelding hun bord te laten leegeten doe ik wat ik als kind deed met mijn eten: spelen.