Het is bedtijd. De jongens hebben net nieuwe rode en gele kaarten gemaakt. Het ziet er niet naar uit dat hun voetbalmatch snel gedaan zal zijn. Maar de jongste moet nu echt wel naar bed. Sinds enkele dagen staat het dikke boek van Kikker en Pad op ons leesmenu. Elke avond kiest zoonlief een verhaal uit het boek.
Grote broer is fan van Ronaldo. De voetballer. Hij kreeg vorig jaar een dvd waarin zijn voetbalheld de hoofdrol speelt. Grote broer speelt zelf ook voetbal. Kleine broer gaat vaak mee supporteren.
"Kijk mama, deze letter hebben wij vandaag geleerd!" Trots wijst hij naar de letter V op één van de letterposters die zijn slaapkamermuur kleuren. "Van Vogel." We zoeken nog woorden met de V. Ik geniet van zijn genot.
De oudste moest dit schooljaar voor het eerst een boekbespreking maken. Op de lekker ouderwetse manier. Ik was benieuwd welk boek hij zou kiezen en hoe hij zich aan deze taak zou zetten.
Als Roald Dahl nog zou leven zou hij volgende maand 100 worden. Hij leeft. Al zal hij zelf geen 100 kaarsjes kunnen uitblazen. Zijn verhalen leven. Ze leven voort.
Geen avond zonder boek. Niet gaan slapen zonder voorleesmoment. Ook al vallen ze om van vermoeidheid: de avond eindigt pas nà een verhaal. Liefst in boekvorm, en dan nog liefst samen, onder de dons. Meestal krijgt iedere zoon een eigen verhaal. Maar soms dus niet.